Onderwijsbeleid en leerlingenzaken
Lokaal integraal jeugdbeleid
In 2021 zijn er vanwege de coronacrisis minder grote stappen gezet op het gebied van ons lokaal integraal jeugdbeleid (LIJ) dan gehoopt. Scholen en kindpartners hebben de afgelopen 2 jaar hun handen vol gehad aan hun primaire taak, die ze moesten volbrengen in een crisis waarin veel kinderen maar ook leerkrachten/pedagogisch medewerkers uitvielen vanwege ziekte en/of quarantaine. Om de achterstand bij kinderen die mogelijk is opgelopen tijdens de coronacrisis terug te dringen is het zogenaamde Nationaal Programma Onderwijs (NPO) in het leven geroepen. De gemeente Stein ontvangt hiervoor middelen om naar eigen inzicht urgente zaken op te pakken. Wij hebben hierbij de verbinding gezocht met ons lopende LIJ en de partners die daaraan gekoppeld zijn. Tijdens een digitale werkconferentie is nagedacht over de invulling van de NPO gelden. In het eerste kwartaal van 2022 zal verdere uitwerking plaatsvinden. Wij hopen met het NPO-middelen een boost te geven aan ons LIJ.
De NPO-middelen hebben een direct verband met onze OAB-middelen die we van het Rijk ontvangen. Gebleken is dat er binnen die OAB-middelen meer uitgaven hebben plaatsgevonden dan vooraf voorzien. Wij zullen dit gaan evalueren en bijstellen.
Lokale Educatieve Agenda (LEA)
Zoals reeds in de begroting 2021 naar uw raad gecommuniceerd stoppen we in 2021 met de financiële bijdrage ten aanzien van de lokale educatieve agenda (LEA). Kindante is hierover door ons geïnformeerd. Wij hebben abusievelijk het openstaande bedrag van 2021 afgeraamd. Echter, de afspraak was dat onze financiële bijdrage stopte na het schooljaar 2020/2021. Wij hebben dit gecorrigeerd en aan Kindante onze laatste bijdrage ten aanzien van de LEA uitbetaald. Vanaf 2022 is er geen geld meer gereserveerd voor de LEA. De zaken die binnen de LEA de laatste jaren werden bekostigd zullen de komende jaren - zoals eerder al aangegeven - kritisch(er) bekeken worden en waar nodig en van toepassing vanuit ons onderwijskansenbeleid bekostigd worden. Uitgangspunt is hierbij ook dat gekeken wordt naar cofinanciering en dat een en ander past binnen de kaders van het onderwijskansenbeleid.