Inkomensregelingen
Tonk
De Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) was bedoeld om een terugval in inkomsten als gevolg van de coronacrisis op te vangen. De uitkering gold voor huishoudens. De TONK-regeling is op diverse manieren gecommuniceerd en is inmiddels gesloten. Gemeente Stein heeft een bedrag van € 297.000 ontvangen van het Rijk voor deze regeling. Daarvan is € 44.125 besteed. Hier is geen sprake van een terugbetalingsverplichting. Het restant van deze middelen is in de corona-reserve gestort en weer ingezet voor andere corona-gerelateerde doeleinden.
Implementatiebudget Participatie
In 2021 is er een bedrag van € 382.992 besteedt inzake het implementatiebudget Participatie. De voornaamste uitgaven betreffen implementatie, projectkosten en personele kosten (overdracht personeel). Het restant implementatiebudget ( € 68.323) is doorgeschoven naar 2022. De komende jaren wordt het budget aangewend om met name de laatste project- en implementatiekosten te dekken. De verwachting is dat het resterende implementatiebudget in 2024 volledig benut is.
Tozo
Van 1 maart 2020 tot 1 oktober 2021 was de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) in werking. De gemeente Stein heeft de uitvoering van de TOZO gemandateerd aan de gemeente Maastricht. Gemeente Maastricht is tevens belast met toezicht en handhaving op rechtmatig gebruik van de regeling.
In het kader van de Tozo heeft de gemeente Stein voor 2021 via de eerste, tweede en derde tranche € 921.409 ontvangen en ook doorbetaald richting de gemeente Maastricht. De uiteindelijke afrekening Tozo 2021 betreft een bedrag van € 670.264. Dit betreffen zowel uitkeringskosten als uitvoeringskosten. De uitvoering van Tozo is budgettair neutraal. Dit betekent dat wij het verschil terug ontvangen van de gemeente Maastricht en weer terugbetalen richting het Rijk.
Programmakosten Vidar
Programmakosten zijn uitkeringen en verstrekkingen aan inwoners van gemeente Stein ingevolge de Participatiewet. In de begroting 2021 van gemeente Stein waren middelen opgenomen voor de programmakosten Vidar. In 2021 zagen we een stijging van de programmakosten. De belangrijkste verklaring voor deze stijging is de coronacrisis. Overige redenen zijn: toename bewindvoeringskosten, harmonisatie van beleid en een verhoogde taakstelling statushouders (inrichtingskosten).
We hebben de benodigde bijstelling van de programmakosten (inclusief TONK) van € 341.345 voor 2021 op door het Rijk beschikbaar gestelde coronamiddelen uit de corona-reserve aangewend om deze extra instroom binnen de P-wet te kunnen opvangen. De daadwerkelijke programmakosten hebben er toe geleidt dat we in de jaarrekening een onttrekking aan de corona-reserve doen van € 381.800.
BUIG-uitkering
Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie. De voorlopige beschikking BUIG 2021 was € 4.725.091. De definitieve beschikking bedraagt € 4.633.143. De lagere BUIG-uitkering wordt veroorzaakt doordat de raming van het macrobudget gedaald is met € 459,9 miljoen ten opzichte van het voorlopig macrobudget 2021.